Bewegen

Lees hier de digitaal toegankelijke tekst

Mensen bewegen steeds minder en lopen daardoor een groter risico op overgewicht, hart- en vaatziekten en diabetes. Voldoende bewegen is ook goed voor je geestelijke gezondheid; bewegen blijkt heilzaam bij psychische klachten als stress, verslaving en depressie. Beweging heeft bovendien een positief effect op je eigenwaarde en veerkracht.

Cijfers en trends

Slechts de helft van de volwassenen in Zaanstreek-Waterland voldoet aan de beweegrichtlijnen

Volgens de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad moeten volwassenen per week minimaal twee en een half uur matig intensief bewegen om gezond te blijven, bron 1. Mensen die te weinig bewegen hebben een groter risico op chronische ziekten. Bij ouderen is er bovendien een groter risico op botbreuken. Van de volwassenen uit de regio Zaanstreek-Waterland voldoet 50% aan deze richtlijnen. Dit is minder dan het landelijk gemiddelde van 54%, bron 2. Van de senioren in de regio Zaanstreek-Waterland voldoet maar 36% aan de beweegrichtlijnen, landelijk is dit 38%, bron 3.

 

Bron: Gezondheidincijfers.ggdzw.nl

Zoals in bovenstaande figuur te zien is voldoen volwassenen en senioren in regio Zaanstreek-Waterland in 2016 en 2020 in ongeveer dezelfde mate aan de beweegrichtlijnen, bron 4. Uit diverse onderzoeken blijkt dat door de beperkende maatregelen tijdens de coronapandemie wel een verandering in beweeggedrag te zien is. Mensen gingen minder vaak naar de sportvereniging of sportschool, maar besteedden meer tijd aan individueel sporten en activiteiten zoals wandelen, fietsen en hardlopen, bron 5.

Sinds 2001 zijn volwassenen in Nederland steeds meer gaan bewegen

Het percentage volwassenen in Nederland dat voldoet aan de beweegrichtlijnen is tussen 2001 en 2020 significant gestegen. Deze stijging is bij volwassenen voor zowel mannen als vrouwen gelijk. Voor senioren is dit wel verschillend; mannen voldoen vaker aan de beweegrichtlijn (40%) dan vrouwen (31%). Volwassen inwoners met een westerse achtergrond voldoen vaker aan de beweegrichtlijnen dan inwoners met een niet-westerse achtergrond. En hoogopgeleiden voldoen vaker aan de beweegrichtlijnen dan laagopgeleiden. Vooral bij senioren is dit verschil groot: 28% van de laagopgeleide senioren voldoet aan de beweegnorm, tegenover 50% van de hoogopgeleide senioren.

Bron: VZinfo

Jeugd in Zaanstreek-Waterland en bewegen

In 2020 bewoog 22% van de 4 t/m 7 jarigen in Zaanstreek-Waterland dagelijks 1 uur tegenover 16% van de 8 t/m 11 jarigen. In 2019 bewoog 17% van de 12 t/m 16 jarigen in het voortgezet onderwijs dagelijks 1 uur en sportte 77% wekelijks bij een club of sportschool, bron 6.

Er is een landelijke beweegrichtlijn opgesteld voor kinderen van 4 t/m 18 jaar. Deze schrijft voor dat kinderen dagelijks 1 uur matig intensief moeten bewegen en 3 keer per week spier- en botversterkende activiteiten zouden moeten verrichten . In 2020 voldeed 61% van de 4 t/m 11 jarigen in Nederland aan deze beweegrichtlijn. Dit is hoger dan in 2019, toen was dit 56%. De groep van 12 t/m 16 jaar lijkt juist minder vaak aan de beweegrichtlijn te zijn gaan voldoen; van 43% in 2019 naar 40,7% in 2020, bron 7.

Wat doen wij voor de regio?

De GGD adviseert ouders vanaf de geboorte van hun kind over het stimuleren van de fijne en grove motoriek van hun kind. Bij zorg over deze ontwikkeling doet de jeugdarts verder lichamelijk onderzoek en verwijst indien nodig door naar bijvoorbeeld een kinderfysiotherapeut of kinderarts. Ook voor de psychosociale ontwikkeling stimuleren we spelen en bewegen. Nieuw is de aandacht voor minder schermtijd, een goede zithouding en meer bewegen gedurende de hele dag.

Daarnaast adviseren en inspireren we kinderopvang en onderwijs via de aanpak Gezonde Kinderopvang en Gezonde School. Deze aanpak besteedt structureel aandacht aan gezondheid en een gezonde leefstijl. Een onderdeel hiervan is bewegen en sport. Binnen dit thema gaat het om stimuleren van een actieve leefstijl, door in te zetten op signalering, omgeving, educatie en beleid. Denk aan het geven van kwalitatief goede lessen bewegingsonderwijs en extra aandacht voor inactieve leerlingen. Ook een dynamische dag, met een gevarieerd aanbod van bewegingsactiviteiten in samenwerking met sportaanbieders is een belangrijk aandachtspunt. Verder wordt ingezet op de fysieke en sociale omgeving, zoals een goed ingericht schoolplein en stimulans en steun van pedagogisch medewerkers, leerkrachten en ouders.

GGD Zaanstreek-Waterland draagt bij aan een positief & veilig sportklimaat op verschillende manieren. Zo is er het meldpunt Veilig sportklimaat in Zaanstad. Het doel van dit meldpunt is om sporten zo veilig mogelijk te maken. Daarnaast kunnen sportverenigingen ook preventief ondersteuning vragen bij de GGD, bijvoorbeeld over omgaan met verschillende doelgroepen, een positief sportklimaat, alcohol- en middelengebruik en een rookvrije omgeving.

Verder monitoren we gezondheidstrends en -ontwikkelingen. Dat doen we via onderzoeken onder inwoners en via input van onze kennispartners, zoals het Kenniscentrum Sport en Bewegen en het Mulier Instituut. Deze informatie delen we met gemeenten, bijvoorbeeld als input voor het sport- en gezondheidsbeleid, het Sportakkoord en het Preventieakkoord.

Net als veel GGD-en in Nederland nemen wij het initiatief om op wijkniveau een effectieve valpreventie-aanpak te organiseren.

Waar liggen kansen?

Het is belangrijk om te investeren in goed bewegingsonderwijs, sterke sportverenigingen, toegankelijke sportaccommodaties, een omgeving die uitnodigt tot bewegen en financiële regelingen voor minima. Ook een structurele samenwerking tussen welzijn, onderwijs, zorg en sport is van belang, bijvoorbeeld via de JOGG-aanpak. Samen kunnen zij zorgen voor een inclusief en veilig sport- en beweegklimaat.

Sport en bewegen kan bijdragen aan het behalen van doelstellingen binnen andere beleidsterreinen dan gezondheid. Denk aan toerisme, duurzaamheid en kansengelijkheid. Het is belangrijk dat sport en bewegen ook binnen deze beleidsterreinen terugkomen, inclusief bijbehorende middelen. Verder kunnen werkgevers een voorbeeldfunctie vervullen. Denk aan de inrichting van werkplekken, een fietsplan en meedoen aan campagnes zoals 30dagengezonder.

Bewegen meenemen in omgevingsplannen, mobiliteitsplannen en speelruimtebeleid, is van belang zodat de openbare ruimte uitnodigt tot bewegen voor iedereen. Voorbeelden waarbij nog meer ingezet kan worden hierop zijn via sport- en preventieakkoorden. Van belang is om hierin  vooral ook de inwoners in kwetsbare omstandigheden te betrekken mede door sleutelfiguren in de wijk meer te betrekken.

Tot slot is een samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs, de jeugdgezondheid, zorg- en hulpverleners en sportaanbieders essentieel, om kinderen en jongeren meer en beter te laten bewegen.