GGD Zaanstreek-Waterland

Onze gezondheid vandaag en morgen Regionale VTV Bevolking Gezondheid Meedoen Bescherming Leefomgeving Contact Privacy & Cookies
  • Onze gezondheid vandaag en morgen
  • Regionale VTV
  • Bevolking
  • Gezondheid
  • Meedoen
  • Bescherming
  • Leefomgeving
  • Contact
  • Privacy & Cookies
Meedoen > Arbeidsparticipatie en onderwijsdeelname

Arbeidsparticipatie en onderwijsdeelname

Gezondheid hangt sterk samen met het hebben van een betaalde baan. Gezonde mensen werken meer en werkende mensen blijven langer gezond. Ook of iemand voldoende onderwijs heeft gevolgd speelt een grote rol. Hoe is het gesteld met onze regio?

Werkende mensen zijn gezonder en met een goede opleiding meer kans op werk

Werkende mensen financieren met zijn allen de gezondheidszorg. Als er meer mensen werken, blijft die gezondheidszorg betaalbaar en compenseren zij de vergrijzing. Bovendien, zo blijkt uit verschillende onderzoeken, heeft arbeidsparticipatie een gunstig effect op de gezondheid en zijn gezonde mensen meer aan het werk.

Daar staat tegenover dat bepaalde arbeidsomstandigheden, zoals blootstelling aan gevaarlijke stoffen en hoge werkdruk, een negatief effect op de gezondheid hebben. Die effecten zijn met beleid en regels terug te dringen waardoor de positieve effecten relatief groter zullen zijn.

Om de arbeidsparticipatie in de toekomst zo hoog mogelijk te maken, moet het onderwijs voldoende aansluiten op de vraag van de arbeidsmarkt. Het beleid moet er bovendien op gericht zijn jongeren een diploma te laten halen. Zonder diploma van school betekent namelijk minder kans op een baan, vaker verdachte van een misdrijf en hogere zorgkosten. De rijksoverheid investeert jaarlijks ongeveer 140 miljoen euro om te voorkomen dat jongeren voortijdig school verlaten. Gemeenten zien toe op de naleving van de Leerplichtwet en zijn daarom een belangrijke partner hierin.

Arbeidsparticipatie hoog in Nederland

Nederland scoort op het gebied van arbeidsparticipatie het op één na hoogste van de Europese Unie.

In 2015 had 74% van de Nederlandse 15- tot 65-jarigen betaald werk. In 2016 bestond de Nederlandse beroepsbevolking uit 8.942.000 personen. Hiervan woonden 177.000 personen in Zaanstreek-Waterland.

Werkloosheid daalt

In 2014 was de werkloosheid het hoogst, sindsdien daalt het cijfer. De werkloosheid in Zaanstreek-Waterland ligt onder het gemiddelde van Nederland. Alleen in de gemeente Zaanstad ligt het werkloosheidspercentage hoger dan het gemiddelde van Nederland. In gemeente Edam-Volendam is het werkloosheidspercentage met 4% het laagst van de hele regio.

Figuur 5.1.1 Werkloosheidscijfers 2010 – 2016 Bron: CBS

Zaanstreek-Waterland beter dan gemiddeld

In Zaanstreek-Waterland is niet alleen het werkloosheidscijfer lager dan landelijk, de arbeidsparticipatie is ook hoger dan gemiddeld. Dit geldt voor alle gemeenten binnen Zaanstreek-Waterland. De arbeidsparticipatie is het hoogst in Oostzaan.

Figuur 5.1.2 Arbeidsdeelname per gemeente in 2016 (Bron: CBS)

Aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen daalt licht

Het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in Nederland is tussen 2003 en juni 2016 gedaald met 179.000. Begin 2003 werden 993.000 uitkeringen verstrekt, het hoogste aantal ooit. In de periode 2012-2015 stabiliseerde het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen rond 818.000. Sindsdien is dat weer iets gedaald tot 810.000 (eind juni 2016). De aantallen en verschillende soorten arbeidsongeschiktheidsuitkeringen staan in deze figuur van het CBS.

Figuur 5.1.3. Aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in Nederland (Bron: CBS)

WAZ = Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen

Wajong = Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten

WAO = Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

WIA = Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Samenvatting

De arbeidsparticipatie in Nederland steekt goed af bij de rest van Europa. Zaanstreek-Waterland heeft een hogere arbeidsparticipatie dan gemiddeld in Nederland. De werkloosheid in Zaanstreek-Waterland ligt onder het gemiddelde van heel Nederland en laat sinds 2014 een dalende lijn zien.

Nederlandse onderwijsdeelname goed ten opzichte van Europa

In Nederland is de onderwijsdeelname hoger dan het gemiddelde van Europa. In Nederland geldt een leerplicht vanaf de eerste maand volgend op de vijfde verjaardag tot aan het eind van het schooljaar waarin de leerling 16 wordt. Daarna geldt tot het 18e jaar de kwalificatieplicht: jongeren houden leerplicht tot ze een diploma hebben voor havo, vwo, mbo (niveau 2) of hoger. Wie (op welke leeftijd ook) zonder diploma van school gaat, is een voortijdige schoolverlater (vsv), in 2016 was dat 8% van de Nederlandse 18- tot 25-jarigen. In Europa was dit gemiddeld 11%.

Percentage Voortijdig Schoolverlaters in stedelijke gebieden het grootst

Net als in de rest van Nederland, is het percentage vsv het grootst in de stedelijke gemeenten in Zaanstreek-Waterland. In de gemeenten Oostzaan, Purmerend en Zaanstad is het percentage vsv hoger dan gemiddeld in Nederland.

Schoolverzuim voorbode van vsv

We spreken van schoolverzuim wanneer een leerling niet op school aanwezig is op momenten dat hij aanwezig moet zijn. Verzuim is geoorloofd wanneer de school toestemming heeft gegeven of als er een geldige reden is, zoals ziekte. Is dat niet het geval dan gaat het om ongeoorloofd verzuim (spijbelen). Wettelijk gezien is spijbelen in de leerplichtige leeftijd een overtreding van de Leerplichtwet. Regelmatig spijbelen, maar ook langdurig ziekteverzuim gaat vaak vooraf aan voortijdig schoolverlaten.

Figuur 5.1.4 Onderwijsdeelname per gemeente (Bron: Waarstaatjegemeente.nl)

Er wordt onderscheid gemaakt tussen absoluut verzuim en relatief verzuim. Absoluut verzuim is het aantal leerlingen, per 1000 leerplichtige leerlingen, dat niet staat ingeschreven op een school. Relatief verzuim is het aantal leerlingen dat wel is ingeschreven, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1000 leerplichtige leerlingen.

Als je de cijfers bekijkt, doet de regio het goed, maar het kan beter. Om vsv en schoolverzuim aan te pakken zijn er diverse maatregelen ingezet. Zo hebben gemeente Zaanstad en de regio Waterland beide een team Thuiszitters geïnstalleerd om het absoluut verzuim aan te pakken. Gemeente Zaanstad heeft budget beschikbaar gesteld om schoolziekteverzuim in een vroeg stadium aan te pakken. Scholen voor voortgezet onderwijs, jeugdartsen en de leerplichtambtenaren werken hiervoor samen en dat lijkt effect te hebben. Het aantal vsv is in de Zaanstreek gedaald van 352 naar 283 leerlingen.

Speciale aandacht verdient gemeente Purmerend. Het relatief verzuim is daar een stuk hoger en dat lijkt gerelateerd aan een hoger percentage vsv. Een logische verklaring is dat bij veel verzuim leerlingen het niet meer redden op het niveau waarop ze ooit zijn ingestroomd, overstappen en hun motivatie verliezen. Uiteindelijk is dit nadelig voor de arbeidsparticipatie, die juist zo goed gaat in de regio.

Een groep die ook aandacht verdient, is de groep kinderen met een permanente vrijstelling van leerplicht op basis van medische of psychische grond. De landelijke overheid heeft aangegeven dat gemeenten extra aandacht moeten besteden aan deze kinderen omdat grote waarde wordt gehecht aan het recht op onderwijs en de mogelijkheid tot ontwikkeling op elk niveau. Een werkgroep geïnitieerd vanuit de gemeente Zaanstad waar ook de GGD aan deelneemt maakt een plan om hen toch onderwijs te bieden in een combinatievorm met zorg.

Samenvatting

Onze regio heeft minder voortijdig schoolverlaters dan de rest van Nederland. Maar elk ongeoorloofd verzuim is natuurlijk te veel. Zeker gezien het feit dat verzuimende leerlingen vaak naar een lager niveau zakken en vervolgens gedemotiveerd helemaal stoppen en op een lager niveau gaan werken – wat weer effect op de gezondheid heeft. De grote steden moeten er daarom ondanks die betere cijfers wel aandacht aan blijven besteden en in sommige gebieden die aandacht zelfs intensiveren.

Advies

De gemeenten zullen met de GGD aandacht moeten (blijven) besteden aan vsv, schoolverzuim en passend onderwijs. Alleen in nauwe samenwerking met de scholen kunnen we de cijfers verbeteren. Hoe eerder die aandacht er is, hoe groter de kans op slagen. De GGD kan bijvoorbeeld docenten en mentoren scholen in de signalering en begeleiding van ziekteverzuim bij leerlingen om zo eerder en beter het schoolverzuim op school al aan te pakken. Extra aandacht verdient de groep met een permanente vrijstelling van leerplicht. De gemeenten kunnen de jeugdarts van de GGD inschakelen als onafhankelijk arts bij de medische advisering bij de aanvraag voor leerplichtvrijstelling.

Bronnen



Overname van gegevens is toegestaan, mits voorzien van de volgende bronvermelding:
Onze Gezondheid vandaag en morgen, regionale gezondheidsverkenning 2011-2016 Zaanstreek-Waterland.
GGD Zaanstreek-Waterland: Zaandam, juni 2017

Laatste update, december 2018