Armoede – toegankelijke tekst
Armoede heeft grote impact op de volksgezondheid. Armoede gaat niet alleen over inkomen en opleidingsniveau, maar ook over gezondheid, sociale participatie, maatschappelijke context en zelfredzaamheid, bron 1. Mensen die in armoede leven hebben vaak een ongezonde(re) leefstijl, stress, chronische ziektes zoals diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten. Maar ook psychosociale problemen of opvoedproblematiek, bron 2. Ook voor kinderen die opgroeien in armoede heeft dat impact op meerdere terreinen, zoals op hun gezondheid. Zij kunnen last hebben van gevoelens van schaamte, jaloezie of uitsluiting en lopen meer risico op een sociaal isolement, bron 3. Armoede heeft dus een grote impact op kansen(on)gelijkheid. Dit vraagt om een integrale aanpak van armoede, schulden en gezondheid.
Cijfers en trends
Over de jaren heen kregen minder mensen in de regio moeite met rondkomen. In 2012 kwam nog 26% van de volwassenen en senioren moeilijk rond, terwijl het in 2020 ging om 14% [4,5]. Ook gezinnen gingen er gemiddeld gezien op vooruit. In 2011 leefde nog 18% in armoede en in 2020 was dat verminderd naar 11% . Mensen die moeilijk rondkomen geven aan dat er niet voldoende geld is voor onder meer kinderopvang (15%), vakantie of uitjes (13%) en gewenste hulpverlening (9%), bron 6.
In de gemeente Beemster kwam in 2020 5% van de gezinnen met enige tot grote moeite rond, tegenover 15% in 2011 en 11% in 2016. In de gemeente Edam-Volendam waren de verschillen iets minder groot. In 2020 kwam daar 10% van de gezinnen met enige tot grote moeite rond, tegenover 12% in 2011 en 11% in 2016. In de gemeente Landsmeer kwam in 2020 7% van de gezinnen met enige tot grote moeite rond tegenover 13% in 2011 en 11% in 2016. In de gemeente Oostzaan kwam in 2020 6% van de gezinnen met enige tot grote moeite rond tegenover 8% in 2011 en 13% in 2016. In de gemeente Purmerend kwam in 2020 11% van de gezinnen met enige tot grote moeite rond tegenover 20% in 2011 en 16% in 2016. In de gemeente Waterland kwam in 2020 8% van de gezinnen met enige tot grote moeite rond tegenover 11% in 2016, van 2011 zijn geen gegevens bekend. In de gemeente Wormerland kwam in 2020 6% van de gezinnen met enige tot grote moeite rond tegenover 14% in 2011 en 11% in 2016. In de gemeente Zaanstad kwam in 2020 13% van de gezinnen met enige tot grote moeite rond tegenover 20% in 2011 en 17% in 2016.
Eenoudergezinnen hebben de meeste moeite om rond te komen van het beschikbare budget, gevolgd door gezinnen met een niet-westerse achtergrond en gezinnen waarvan de ouder (in het geval van een éénoudergezin) of beide ouders laag opgeleid zijn. Bij alle drie de risicogroepen zien we in 2020 een daling van de armoedegevallen in ten opzichte van 2011, bron 7.
Bij eenoudergezinnen zien we een continue dalende lijn in armoedegevallen. In 2011 betrof het 48%, in 2016 42% en in 2020 29%. Voor gezinnen waarbij de ouder (in het geval van een éénoudergezin) of beide ouders laag opgeleid zijn, was dit 28% in 2011, 24% in 2016 en 19% in 2020. Bij gezinnen met een niet-westerse achtergrond zien we door de jaren heen een schommeling. In 2011 kwamen 26% van deze gezinnen in Zaanstreek Waterland met enige tot grote moeite rond, in 2016 was dat 28% en in 2020 was dat 22%.
Verwachte stijging armoede
Na een dalende lijn verwachten we een toename van de armoedegevallen, landelijk en in de regio. Door de pandemie worstelen veel ondernemers met hun financiële situatie en door de kindertoeslagaffaire kregen veel gezinnen te maken met geldproblemen. Verwacht wordt dat de gevolgen van beide gebeurtenissen de komende jaren zichtbaar worden.
Invloed van armoede op opgroeiende kinderen
Net als volwassenen, ervaren kinderen die opgroeien in armoede veel stress. Hierdoor slapen zij slechter, hebben zij meer kans op obesitas en zijn zij vaker ziek. Ze kunnen niet overal aan meedoen en komen daardoor vaak niet goed mee op school. Bovendien zorgt langdurige stress voor een afname van het IQ met 13 punten. Al deze factoren hebben een lager opleidingsniveau tot gevolg, zodat armoede van generatie op generatie wordt doorgegeven, bron 8.
Wat doet de GGD?
Armoede is een complex probleem en vraagt om een ruime blik. Daarom werkt de GGD samen met verschillende partners zoals bijvoorbeeld wijkteams om armoede samen te signaleren en duurzame oplossingen aan te bieden. Er zijn ook veel samenwerkingen met gemeenten, zoals in de Ouder en Kindclub, Centering Pregnancy, Datalab en Kansrijke Start.
Wie continu het hoofd boven water moet houden, kan niet boven zijn situatie uitstijgen en een uitweg zoeken. Duurzame interventies geven mensen die in armoede leven weer toegang tot hun denkkracht, vindingrijkheid, eigenwaarde en zelfvertrouwen. Zo kunnen zij zelf bouwen aan een betere situatie.
Het begint bij bewustwording en alertheid. Daarom zijn wij zelf alert op het thema armoede bij de diverse contactmomenten. De handreiking armoede van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid helpt ons de juiste vragen te stellen en op een effectieve manier toe te leiden naar duurzame hulp.
De GGD werkt met verschillende partners actief samen om het risico op (meer) financiële problemen tegen te gaan. Bijvoorbeeld met de volgende interventies:
- Nu Niet Zwanger. Als professionals proactief in gesprek gaan met mensen in een kwetsbare situatie over de eventuele kinderwens en het geschikte moment daarvan, zijn kwetsbare mensen beter in staat hierover een bewuste keuze te maken. Zo kan een onbedoelde zwangerschap worden voorkomen. Willen mensen wel anticonceptie gebruiken maar doen ze dat niet vanwege de kosten, dan zorgt de coördinator van Nu Niet Zwanger ervoor dat zij gratis anticonceptie krijgen.
- Mobility Mentoring. Mobility Mentoring® is een brede aanpak om inwoners te helpen hun financiële en sociale problemen structureel op te lossen. Daarbij is er specifiek aandacht voor de samenhang tussen verschillende leefgebieden. Sommige doelen kunnen immers pas worden bereikt als anderen zijn behaald. Straathoekwerk is een van de partijen die gebruikmaakt van Mobility Mentoring. Zij geven jongeren 2 jaar lang cognitieve begeleiding om destructieve financiële patronen te doorbreken.
- In Zaanstad is met Pact Poelenburg en Peldersveld veel ervaring opgedaan met een integrale aanpak tegen armoede. Verschillende partijen werken hier op een succesvolle manier samen met de gemeente als kartrekker.
Waar liggen kansen?
De gemeente kan een grote rol spelen in het tegengaan van armoede. Bijvoorbeeld op de volgende manieren:
- Mensen die worstelen met armoede zijn vaak laaggeletterd. Zij zijn daardoor niet opgewassen tegen de papierwinkel die nu vereist is om financiële tegemoetkoming aan te vragen. De gemeente kan hen tegemoetkomen door dit proces te vereenvoudigen, waardoor inwoners gemakkelijker en vooral ook zelf actie kunnen ondernemen.
- Samen kunnen scholen, woningcorporaties, sportclubs, zorgpartners en wijkteams veel betekenen in het signaleren en tegengaan van (problemen door) armoede. De gemeente kan hierin het voortouw nemen en het gesprek op gang houden. Het onderwerp behoeft en verdient voortdurende aandacht.
- Bewustwording creëren omtrent het onderwerp is het allerbelangrijkst. Het is daarom aan te raden om voorlichting te organiseren over armoede op scholen, sportclubs, bij huisartsenpraktijken en andere plekken waar professionals een signalerende functie kunnen invullen.
Bij het zoeken naar structurele oplossingen, is het belangrijk om te kijken naar het totaalplaatje en de langere termijn. De sportles kan immers wel vergoed worden, maar hoe zit het met vervoer naar uitwedstrijden? Als daarvoor geen geld is, zien ouders ook van de sportles af.
Meer informatie?
Neem contact met ons op voor meer informatie over dit onderwerp.