Leefomgeving – toegankelijke tekst

​Een gezonde leefomgeving is een leefomgeving die bewoners als prettig en veilig ervaren en waar gezonde keuzes makkelijk en logisch zijn. In een gezonde leefomgeving zijn negatieve invloeden op de gezondheid, zoals de uitstoot van schadelijke stoffen, zo klein mogelijk. Mensen met een laag inkomen leven vaker in een ongezonde leefomgeving dan mensen met een hoog inkomen. Dit komt onder andere door slecht onderhouden woningen (vochtproblemen, schimmelvorming), een ongezonde binnen- en buitenluchtkwaliteit en weinig groen in de buurt, bron 1.

Het belang van een gezonde leefomgeving

De leefomgeving waarin mensen wonen, werken, leren en spelen is van grote invloed op hun gedrag en hun gezondheid. De gezondheid van mensen wordt door veel factoren beïnvloed, zowel in positieve als negatieve zin. Er zijn verschillende belangrijke negatieve factoren die bepalend zijn voor de ziektelast in Nederland, bron 2. Roken staat bovenaan en is voor 13,1% verantwoordelijk voor de totale ziektelast. Milieu volgt met 5,7% en is de tweede belangrijkste factor voor de ziektelast. Overgewicht, ongezonde arbeidsomstandigheden, weinig lichamelijke activiteit, overmatig alcoholgebruik, te veel zout, te weinig fruit, hoog cholesterol, te weinig vis/groenten en te veel verzadigd vet zijn factoren die van 5% aflopend tot 0,3% verantwoordelijk zijn voor de totale ziektelast in Nederland.

De leefomgeving speelt bij veel van deze factoren een rol. Zo is in Nederland bijna 6% van de ziektelast toe te schrijven aan milieufactoren. Ook bij factoren zoals overgewicht, weinig lichamelijke activiteit, eetgedrag en roken speelt de omgeving een belangrijke rol, bijvoorbeeld in de manier waarop mensen worden verleid voldoende te bewegen of gezonde voedingskeuzen te maken. Door de omgeving af te stemmen op de mensen die er leven, kunnen zij een gezonde levensstijl ontwikkelen. Belangrijke aspecten van de leefomgeving die invloed hebben op gezondheid en welzijn van inwoners zijn:

Cijfers en trends

Een ruime meerderheid van de inwoners is tevreden over leefomgeving

In 2020 is 78% van de volwassenen in de regio Zaanstreek-Waterland tevreden over de hoeveelheid groen in de buurt van hun woning. Ook zijn de meeste mensen tevreden over de mogelijkheden om in hun buurt te wandelen (87%) en te fietsen (92%). 82% van de inwoners is tevreden over het beweegaanbod en 75% is tevreden over het cultuuraanbod, bron 3.

Meer kinderen in de regio Zaanstreek-Waterland spelen minimaal een uur per dag buiten

Het aantal kinderen (4-12 jaar) in de regio Zaanstreek-Waterland dat lopend of fietsend naar school gaat, is de laatste jaren afgenomen: van 58% in 2016 naar 54% in 2020. Ook is het aantal kinderen dat (minimaal) twee dagen per week sportles krijgt op school en het aantal kinderen dat lid is van een sportvereniging is gedaald. Opvallend is dat het percentage kinderen dat dagelijks minimaal een uur buiten speelt, de afgelopen jaren juist is toegenomen: van 18% in 2011 naar 25% in 2020, bron 3 en 4.

Het aantal kinderen (4-12 jaar) dat dagelijks lopend of fietsend naar school gaat is afgenomen van 58% in 2011 naar 56% in 2016 en 54% in 2020. Het percentage kinderen dat twee dagen per week of vaker sport op school is afgenomen van 79% in 2011 naar 73 % in 2016 en 71% in 2020. Het percentage kinderen dat lid is van een sportvereniging daalde van 72% in 2011 naar 70% in 2016 en 66% in 2020. Het percentage kinderen dat dagelijks een uur buiten speelt is gestegen van 18% in 2011 naar 21% in 2016 en 25% in 2020.

Concentraties fijnstof en stikstofdioxide gedaald in de regio Zaanstreek-Waterland

Twee belangrijke graadmeters voor de luchtkwaliteit zijn de hoeveelheid fijnstof en stikstofdioxide in de lucht. Uit metingen van het RIVM blijkt dat deze waarden het afgelopen decennium sterk zijn gedaald. In 2020 was de concentratie fijnstof in de regio Zaanstreek-Waterland met gemiddeld 16,7 µg/m3 vrijwel gelijk aan het landelijk gemiddelde. In 2011 was dit nog 25,7 µg/m3. De concentratie stikstofdioxide in de regio Zaanstreek-Waterland bedroeg in 2020 14,9 µg/m3. Dit is ook rond het landelijk gemiddelde. In 2011 was dit nog 22,2 µg/m3, bron 5.

Overzicht blootstelling fijnstof (PM10) in micgram per kubieke meter

Zaanstreek-Waterland

  • 2011, 25,7
  • 2012, 21,1
  • 2013, 20
  • 2014, 20,3
  • 2015, 18,3
  • 2016, 18,9
  • 2017, 18,4
  • 2018, 19,4
  • 2019, 17,7
  • 2020, 16,7

Nederland

  • 2011, 25,6
  • 2012, 21,6
  • 2013, 20,8
  • 2014, 20,6
  • 2015, 18,4
  • 2016, 18,1
  • 2017, 17,9
  • 2018, 19
  • 2019, 17,6
  • 2020, 15,9

Blootstelling stikstofdioxide (NO2) in micgram per kubieke meter

Zaanstreek-Waterland

  • 2011, 22,2
  • 2012, 20,4
  • 2013, 18
  • 2014, 18,4
  • 2015, 18,3
  • 2016, 19,1
  • 2017, 18,9
  • 2018, 17,7
  • 2019, 16,4
  • 2020, 14,9

Nederland

  • 2011, 23,3
  • 2012, 22,1
  • 2013, 20,5
  • 2014, 20,1
  • 2015, 19,4
  • 2016, 20
  • 2017, 19,6
  • 2018, 18,7
  • 2019, 17,5
  • 2020, 14,3

15% van de volwassenen ervaart hinder van stof, roet of rook uit de omgeving

Net als in 2016 geeft 15% van de inwoners (18-65 jaar) van de regio Zaanstreek-Waterland in 2020 aan hinder te ondervinden van stof, roet of rook uit de omgeving. Deze hinder komt bijvoorbeeld door wegverkeer, bouwwerkzaamheden, industrie of open haarden. Er zijn grote verschillen tussen de gemeenten in de regio. Zo ervaren relatief meer inwoners van Zaanstad (18%) overlast van stof, roet of rook dan inwoners van Edam-Volendam (6%), bron 6.

In gemeente Zaanstad gaf in 2016 20% van de inwoners (18-65 jaar) aan overlast te ervaren van stof, roet of rook, tegenover 18% in 2020. In Wormerland was dat 12% in 2016 en 13% in 2020. In Beemster 11% in 2016 en 10% in 2020. In Oostzaan 17% in 2016 en 16% in 2020. In Purmerend 10% in 2016 en 14% in 2020. In Edam-Volendam 9% in 2016 en 6% in 2020 en in Waterland 8% in 2016 en 10% in 2020. Bron: GGD Gezondheidsmonitor 2016 en 2020.

Het percentage inwoners (18-65 jaar) van de regio Zaanstreek-Waterland dat geluidsoverlast ervaart van treinverkeer is de afgelopen jaren gedaald: van 16% in 2012 naar 8% in 2020. Ook het percentage volwassenen dat overlast ervaart van vliegverkeer is in de afgelopen jaren gedaald van 41% in 2012 naar 32% in 2020. Het percentage inwoners dat overlast ervaart door wegverkeer (38%) is de afgelopen jaren vrijwel gelijk gebleven, bron 3.

Het percentage volwassenen (18-65 jaar) in de regio Zaanstreek-Waterland dat geluidsoverlast ervaart door treinverkeer is gedaald van 16% in 2012, naar 12% in 2016 en 8% in 2020. Het percentage inwoners dat geluidsoverlast ervaart van vliegverkeer is gedaald van 41% in 2012 naar 37% in 2016 en 32% in 2020. Het percentage inwoners dat geluidsoverlast ervaart door wegverkeer daalde van 40% in 2012 naar 38% in 2016 en 2020.

Wat doet de GGD?

GGD Zaanstreek-Waterland geeft advies en concrete voorbeelden aan gemeenten over hoe gezondheid te integreren is in het omgevingsbeleid. Zo willen we de gezondheid van inwoners bevorderen en beschermen en bijdragen aan de bewustwording bij gemeenten rond het thema gezonde leefomgeving. GGD Zaanstreek-Waterland streeft naar een integrale benadering van gezondheid in de leefomgeving. We voegen intern de kennis en ervaring van de verschillende disciplines samen en zoeken de samenwerking met externe ketenpartners, in het bijzonder de Veiligheidsregio en de omgevingsdiensten in regio Zaanstreek-Waterland.

De GGD onderzoekt en deelt lokale data (uit de Gezondheidsmonitor) over de gezondheid van inwoners en de ervaren kwaliteit van de leefomgeving. Ook signaleert de GGD kansen voor een gezonde(re) leefomgeving, onder andere door onze gezondheidsmonitors en expertise te gebruiken. We hebben ervaring met het verbinden van het fysieke en sociale domein, omdat we zowel gezondheidsbescherming als gezondheidsbevordering onder ons dak hebben. Daarnaast hebben we een netwerk van diverse ketenpartners, gemeenten en onderzoeksinstituten.

Waar liggen kansen?

In de voorbereiding van de definitieve Omgevingswet (verwacht per januari 2023) werken de GGD, gemeenten en andere partners hard aan het realiseren van een gezondere leefomgeving. Een van de doelen van de Omgevingswet is namelijk het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit.

De Omgevingswet biedt gemeenten en provincies de mogelijkheid om gezondheid en veiligheid expliciet en vroegtijdig te betrekken bij ruimtelijke planvorming. Gemeenten krijgen meer ruimte en mogelijkheden om lokale afwegingen te maken. Zo kunnen ze beter rekening houden met regionale verschillen in bijvoorbeeld bevolking of gezondheid. Naast de Omgevingswet, bieden de Landelijke nota gezondheidsbeleid, het Nationaal Preventieakkoord en het Sportakkoord een goed kader voor gemeenten om te werken aan gezonde en aantrekkelijke steden en dorpen en om gezondheid in het omgevingsbeleid mee te nemen.

In februari 2018 heeft de DPG-raad van GGD GHOR Nederland samen met het RIVM kernwaarden voor een gezonde leefomgeving vastgesteld. Deze kernwaarden richten zich op de gezondheidswinst die nog te behalen is, zowel door gezondheidsbescherming als door gezondheidsbevordering, en zijn bedoeld voor alle professionals die aan de slag willen met het integreren van gezondheid in omgevingsbeleid. Een belangrijke uitdaging hierbij is een evenwichtige verdeling van zowel de kosten van klimaatbeleid als de gezondheidswinst over de sociaal-economische klassen.

Meer informatie?

Neem contact met ons op voor meer informatie over dit onderwerp.